Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje die u ergens tegen kunt komen. Heeft u ergens een plantje gezien maar weet u niet wat het is? Maak er dan een digitale foto van en natuurlijk de vindplek, dan zorgen wij dat deze wordt beschreven als u het naar ons mailt. Deze week de gewone- en peterselievlier.
‘Nu de maaimachine weer vraatzuchtig door de Nieuwegeinse bermen en velden raast, zoeken we het wat hoger op. Een heel algemene struik die enorm breed en hoog kan uitgroeien is de gewone vlier. Je vind hem in allerlei plantsoenen en in parken. En echt, niemand heeft ze daar geplant, daar zorgen ze zelf wel voor.”
Op het ogenblik staan ze vol in bloei en de bloemen hebben een heerlijk zoetige geur. De plant zelf ruikt niet zo lekker. Die bloemen werden vroeger verwerkt in vlierkoekjes, je vraagt je af waarom dat nu niet meer gebeurt want geen bakker heeft nog zulke lekkere koekjes . Een variant van de gewone vlier is de peterselievlier, waarvan het blad een klein beetje aan dat van peterselie doet denken. Die peterselievlier is vooral geconcentreerd rond de Betatrixsluis.
‘Beide vlieren vormen na de bloei grote trossen vlierbessen, die in allerlei drankjes worden verwerkt (maar nauwelijks in Nieuwegein). De bessen zijn dus eetbaar, maar niet echt lekker. Van deze struik is het meest bijzondere de vaak talrijke, grote, cremekleurige schermen bloempjes met de zoetige geur.’